“Het is vooral zaak dat we echt gaan bouwen”
Moeten we het energiesysteem in Nederland verbouwen of herbouwen om de energietransitie te laten slagen? En wat zijn belangrijke voorwaarden voor succes? Deze vragen stonden centraal tijdens het tafelgesprek op de tweede dag van de Week: 5 vragen in 5 dagen, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van EBN. “Een beschaafd land helpt mensen die de kosten niet kunnen opbrengen én de industrie om te vergroenen.”
Nederland staat voor enorme uitdagingen als het gaat om de energietransitie. Een van de prangende vragen is of we bestaande energiesystemen voor een belangrijk deel kunnen benutten, of dat we deze opnieuw moeten gaan inrichten. Yolande Verbeek, COO van EBN, licht toe waarom het belangrijk is allebei te doen: “We hebben niet de luxe om helemaal opnieuw te beginnen. Ik gún onszelf wel de tijd om met een schone lei te bedenken hoe onze energievoorziening er in 2050 uitziet, maar die tijd is er nou eenmaal niet. Dus moet je het doen met wat je al hebt, en tegelijkertijd nadenken over het eindplaatje en daarnaartoe bouwen. Hopelijk kunnen we later zaken dan in elkaar schuiven.”
Lennert Goemans, clusterleider Energiesysteem bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en nauw betrokken bij het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) is het met haar eens. “Laten we het gewoon benoemen als ‘bouwen’. Zowel aan productie in eigen land als aan importmogelijkheden. Daarbij moeten we vooral het einddoel voor ogen houden.” Frans Rooijers, directeur CE Delft, denkt dat herbouwen essentieel is. “Je ontkomt er niet aan. Kijk naar ontwikkelingen rondom groene waterstof. We hebben nou eenmaal veel meer ruimte nodig voor nieuwe energiesystemen.”
Knopen doorhakken
Volgens Joris Wijnhoven van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is vooral de factor tijd een belangrijke belemmering voor de keuze om te ver- of herbouwen. “De waanzinnig lange doorlooptijden bij projecten in Nederland – vaak van wel acht of negen jaar – vormen de grootste tegenstander van de energietransitie. Dat komt zeker niet alleen door de inspraak van burgers, maar ook door politici die geen knopen doorhakken en bedrijven die keuzes uitstellen.”
Waanzinnig lange doorlooptijden vormen de grootste tegenstander van de energietransitie.
Joris Wijnhoven
Specialist energiesysteem - Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)“Mooi voorbeeld van hoe het anders kan, is een Tesla-fabriek die in Berlijn in twee jaar tijd is neergezet. Zij hebben een groot bedrag op een rekening gezet en het risico genomen, en vroegen als tegenprestatie om alle vergunningen tegelijk te verstrekken. In twee jaar tijd is daar een lel van een fabriek neergezet in een best wel bureaucratisch land. Ook in Nederland geldt dat de overheid kan helpen door het sneller verstrekken van vergunningen.”
Lennert Goemans wijst erop dat ook in Nederland al grotendeels sprake is van één loket voor het verstrekken van vergunningen. “Maar de praktijk leert dat ook als je bestaande infrastructuur hergebruikt, je vaak nieuwe installaties moet bijplaatsen. Daar is dan weer een vergunning voor nodig en dat kost tijd.”
Het gevaar van subsidies is dat bedrijven geen rationele afweging meer maken.
Frans Rooijers
Directeur - CE DelftMensen en industrie helpen
Een ander belangrijk aspect zijn de kosten. Joris Wijnhoven vindt dit een maatschappelijke opgave, ook als het gaat om de kosten voor de industrie. “Natuurlijk moet de rekening dan voor een groot deel naar het bedrijfsleven zelf. Maar ook de overheid moet uiteindelijk een rol spelen. Alleen dan kun je versnellen. Als beschaafd land help je mensen die de kosten niet kunnen opbrengen, en ook de industrie om te vergroenen. We kunnen het allebei, dat mag ook maatschappelijk best wat kosten.”
Yolande Verbeek sluit zich bij zijn woorden aan. “We moeten niet de ogen ervoor sluiten dat we de industrie nodig hebben voor de transitie. Het is kortzichtig om te denken dat de problemen opgelost zijn als de industrie hier verdwijnt en in het buitenland grijzer of zelfs zwarter verder gaat. Verduurzaming is geen Nederlandse uitdaging, maar een internationale. Tegelijkertijd is de transitie ook een periode om afscheid te nemen van industrieën die niet mee kunnen en andere juist te verwelkomen. Richt je daarom nu op het hele systeem van energiestromen in Nederland. Dat is een ingewikkelde puzzel, waarin bijvoorbeeld ook aardgas uit de Noordzee nog een rol speelt. We willen af van fossiele energie, maar nieuwe vormen moeten ook betaalbaar en vooral beschikbaar zijn. Ook in de komende winters, niet alleen in 2050.”
Internationale afstemming, zeker met de landen om ons heen, is essentieel.
Lennert Goemans
Clusterleider Energiesysteem - Ministerie van Economische Zaken en KlimaatFrans Rooijers waarschuwt wel voor de gevolgen van het subsidiëren van vergroening. “Het gevaar van subsidies is dat bedrijven geen rationele afweging meer maken. Ik ben niet voor het afschaffen van elke subsidie, maar eerst moeten burgers en bedrijven de reële kosten betalen. Vervolgens moeten we op kosten van de samenleving diegenen helpen die dit niet kunnen dragen. Toen afgelopen winter de gasprijzen hoog waren, werd een enorme spurt gemaakt met het aansluiten van woningen. Helaas heeft de politiek op een onhandige manier de prijs gedrukt en daarmee de vaart uit de energietransitie gehaald. Compenseer mensen die het nodig hebben, zodat ze mee kunnen doen. En accepteer dat sommige bedrijven uiteindelijk niet in Nederland hun activiteiten zullen voortzetten.”
Internationaal krachten bundelen
Tot slot is er nog het internationale krachtenveld. Dat weet ook Lennert Goemans. “Internationale afstemming, zeker met de landen om ons heen, is essentieel. Dat staat ook in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Het gaat er bijvoorbeeld om dat we de huidige aanlandpunten en stopcontacten op zee verbinden, zodat er meer energie-uitwisseling ontstaat tussen landen. Ook kunnen we krachten bundelen voor de opslag van CO2 onder de Noordzee en de inzet van bestaande leidingen daarvoor.”
Joris Wijnhoven verbindt de toekomstige energietransitie met de huidige gebeurtenissen in de wereld. “Er is veel gebeurd sinds Rusland anderhalf jaar geleden Oekraïne binnenviel – dat moeten we ook meenemen. Het is bijvoorbeeld beter om aardgas uit de Noordzee te halen dan uit de VS, waar het een enorm hoge CO2-footprint heeft. We moeten dus oog hebben voor het einddoel in 2050, maar ook voor wat er tussentijds onverwacht op ons pad komt. En vooral verbinding houden met de maatschappij en mensen die ondersteuning nodig hebben.”