Home Nieuws Over de ontwikkeling van aardwarmte in Nederland: “Lef én zekerheid gevraagd”

Over de ontwikkeling van aardwarmte in Nederland: “Lef én zekerheid gevraagd”

Foto van Ton Evers, Anne Melchers en Leon Ammerlaan
Achtergrond

Over de potentie van aardwarmte bestaat alom consensus: die is aanzienlijk en onmisbaar in de energietransitie. Maar hoe staat het ervoor met de ontwikkeling ervan? Tuinbouwondernemer Leon Ammerlaan, EBN’er Ton Evers en clustermanager Anne Melchers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat geven hun lezing, ieder vanuit hun eigen perspectief.

Leon Ammerlaan is als eerste aan de beurt. Hij begon per slot van rekening als een van de eersten in Nederland met het aanboren van een duurzame warmtebron onder zijn tuinderij in Pijnacker, in 2010 al. Sindsdien kan hij rekenen op grote publieke interesse in zijn aardwarmteproject, zeker nu ook woningen en een zwembad zijn aangesloten op zijn warmte. Van de plaatselijke Rotary tot een bus vol ambtenaren van de gemeente Groningen, van delegaties van het ministerie van EZK en EBN tot afgevaardigden vanuit de provincie; van heinde en verre komt er bezoek naar de tuinder. Een van de meest gestelde vragen aan Leon Ammerlaan: zou je het nog een keer doen?

Een dure leercurve

“Ik zeg dan altijd meteen ja. Want ik geloof in geothermie. Ten eerste voor de verduurzaming van ons bedrijf, want onze klanten gaan steeds meer naar duurzaamheid vragen. Dat zijn tuincentra, distributiecentra en interieurbeplanters in het topsegment van de groene plantenmarkt. En ten tweede voor een stabiele en gunstige energieprijs. Dat laatste is me niet gelukt. Het hele project heeft ons veel geld gekost. Maar ik heb er wél veel van geleerd! Het was een dure leercurve, haha.”

De behoefte aan zekerheid

Clustermanager Collectieve Warmte Anne Melchers en haar team werken aan de betaalbaarheid en investeringszekerheid rond warmtenetten in Nederland. Ze bevestigt de kostenkwestie: “De techniek voor geothermie wordt beter en het aanleggen van een warmtenet is altijd een hele operatie, maar daar zitten de grootste obstakels niet. De onduidelijkheid over de kosten is het grootste struikelblok. Corporaties en energiebedrijven willen voldoende zekerheid om investeringen te doen. Die zekerheid is er nog niet.” Dat maakt warmtenetten impopulair, tenminste, als je de gesprekken op verjaardagsfeestjes moet geloven. “Terwijl een aansluiting op een warmtenet in Denemarken een meerwaarde is voor je woning”, weet de clustermanager van het ministerie.

Wet Collectieve Warmte

De Wet Collectieve Warmte moet meer duidelijkheid bieden over de kosten van collectieve warmte. Die wet ligt bij de Raad van State. Dan moet de wet nog door de beide kamers. Melchers en haar collega’s hopen dat er snel duidelijkheid komt. “We willen aan de slag.” De Wet Collectieve Warmte gaat uit van een op kosten gebaseerde manier van kosten doorberekenen. Daarnaast moet het publieke belang rond duurzame warmte beter verankerd worden in de wet.

Publiek warmtebedrijf

EBN is in beeld om als publiek warmtebedrijf te fungeren dat op nationaal niveau meehelpt bij het opzetten van lokale warmtebedrijven. En kan zorgen voor een kapitaalinjecties. Melchers voegt toe: “En misschien nog wel belangrijker, een injectie van kennis. Zo hoeft niet iedere keer het wiel opnieuw te worden uitgevonden.”

Groeien in de nieuwe rol

Er moet nog wel wat gebeuren om die rol goed te kunnen vervullen, is de clustermanager van mening. “Er moet bijvoorbeeld in kennis en kunde worden geïnvesteerd. Die heeft EBN wel van de ondergrond, maar nog niet in het opereren als een warmtebedrijf. Dat is spannend, maar we hebben er vertrouwen in. Ook in menskracht zal EBN moeten groeien.” EBN sorteert voor op de besluitvorming, maar het is nog niet zover. “We hopen dat als er een publiek nationaal warmtebedrijf helemaal operationeel is, de ontwikkeling van warmtenetten versnelt.”

EBN deelnemer in ieder nieuw project

Sinds 2023 is EBN verplicht deelnemer in ieder nieuw toegewezen zoekgebied voor de ontwikkeling van aardwarmte in Nederland. “Hiermee borg je publieke-private samenwerking en vroegtijdige kennisontwikkeling en -deling binnen de aardwarmtesector”, vertelt business developer Ton Evers van EBN. “Het vastleggen van de rol van EBN binnen de samenwerkingen biedt ook duidelijkheid richting onze partners.”

Aardwarmteprojecten verder brengen

Als niet-uitvoerend partner neemt EBN financieel risicodragend deel in alle activiteiten die te maken hebben met de opsporing en winning van aardwarmte. Dat betekent dat EBN bijvoorbeeld investeert in seismisch onderzoek, zodat partijen meer zekerheid hebben over de potentie en mogelijke ontwikkeling van een bron. “Wij zijn een stabiele, kennis- en kapitaalkrachtige organisatie. En deze kracht moeten we zo doelmatig mogelijk inzetten om aardwarmteprojecten te versterken en verder te brengen.”

Goed voor het project, goed voor de ondergrond

Voor EBN is dit ook een leercurve, merkt Evers op, waar nu goede stappen vooruit worden gezet. Evers ziet EBN als de publieke reisgenoot voor de ontwikkeling van aardwarmte, een essentieel onderdeel van de huidige energietransitie. “Wij kijken wat goed is voor het project, én wat goed is voor het planmatige en duurzame gebruik van de Nederlandse ondergrond.”

Kennis op meerdere vlakken

Welke kennis EBN precies inbrengt in een project is grotendeels afhankelijk van waar de behoefte ligt. “Die is per project vaak weer anders, dat kunnen we niet precies voorspellen. We kunnen kennis inbrengen over het ontwerpen van putten voor het boren naar aardwarmte of over structuren in de ondergrond. Een andere keer helpen we met het goed op papier zetten van een projectplan, of van de commerciële afspraken. Ook kunnen we ondersteuning bieden in het tijdig betrekken van belangrijke stakeholders, zoals gemeenten, dienstverleners, of naburige vergunninghouders.” Ook tuinbouwondernemer Ammerlaan deelt zijn kennis graag: “Vanaf 2010 heb ik altijd gezegd: alles waar ik tegenaan loop, mag iedereen weten. Zodat andere projecten uit de problemen én kosten blijven die ik tijdens mijn reis ben tegengekomen.”

De potentie van aardwarmte

Evers schetst de potentie van aardwarmte in Nederland. “Die is echt substantieel, vooral als je ziet dat ongeveer 40% van de energie die we nu in Nederland gebruiken voor warmtetoepassingen is. Er ligt dus een onmisbare kans voor aardwarmte.” Bovendien, rekent Melchers van EZK voor: “Als je het op nationale schaal bekijkt, zijn warmtenetten de goedkoopste oplossing voor een derde van de woningvoorraad.” Er zijn nu ongeveer 35 productielocaties voor aardwarmte in Nederland. Het grootste deel daarvan is in de glas- en tuinbouw. De eerste projecten voor de gebouwde omgeving komen nu op gang.

De succesfactoren

De volgende stap in de warmtetransitie valt of staat met een aantal succesfactoren. De grootste is volgens Evers het meenemen van alle ketenpartners in een project, het liefst al in een vroeg stadium. Dat luistert nauw, weet Ton Evers: “Je moet ook weer niet té vroeg alle partijen erbij betrekken, bijvoorbeeld als je nog geen echt goed beeld hebt van de potentie van een bron. Die balans is echt belangrijk.”

Een tweede succesfactor is het bepalen van de route voor het ontwikkelen van een aardwarmteproject. Voor een succesvol project moeten de ondergrond (aardwarmtebron) en de bovengrond (warmteafname) samenkomen. Evers schetst twee manieren hoe dat kan: “Je kunt in de buurt van een bestaand collectief warmtenet gaan kijken naar waar de ondergrond het meest kansrijk is voor aardwarmte.”

“Je kunt het ook omdraaien”, gaat de business developer van EBN verder. “Als je een goed beeld hebt van een mogelijk kansrijke bron, kun je vervolgens daar in de buurt een warmtenet ontwikkelen, of uitbreiden. Dit zijn verschillende routes, die beide kunnen leiden tot een succesvol project.”

Als je risico neemt, ga je vooruit

Een derde succesfactor is lef. Leon Ammerlaan neemt het woord. Hij realiseert zich ook: “Kijk, wij zijn ondernemers. Wij zien voortdurend kansen. Overheden hebben de neiging projecten kapot te calculeren. Waardoor het allemaal te duur wordt.” De tuinbouwondernemer uit Pijnacker geeft overheden en grote energiebedrijven een wijsheid mee: “100% zekerheid bestaat niet in het leven. Daar moet je ook niet naar willen streven door nog een commissie op te richten, en nog één. Wij hebben gewoon een sigarendoos gepakt en de parameters opgeschreven. En toen tegen elkaar gezegd: Geloven we erin? Ja! En dan rennen. Pas als je risico neemt, ga je vooruit.” Ammerlaan is stellig: “Als wij, en andere tuinders in de buurt, in 2010 het bijltje erbij neer hadden gegooid, durf ik bijna te zweren dat er geen geothermie in Nederland was geweest.”

Interesse in tuinbouw

Melchers en Evers kijken met interesse naar aardwarmteprojecten zoals dat van Ammerlaan en het warmtenet dat nu beetje bij beetje uitbreidt. “Het leuke van warmtenetten is dat ze altijd lokaal zijn”, aldus Anne Melchers van EZK. “Daarom is een project als dat van Ammerlaan zo aantrekkelijk. Ik begrijp heel goed dat bewoners in de omgeving zeggen: doe mij ook maar die warmte. Daar zit een community-gevoel in.” Ton Evers onderschrijft dat een dosis lef nodig is om aardwarmteprojecten van de kant te krijgen. “Je kunt niet alles afgetikt hebben voordat je aan de slag gaat. Een stuk durf is wel nodig. Ik zou dat wel nog meer van lokale overheden en commerciële partijen willen zien. Een verdere ondersteuning van nationale of regionale overheden voor projecten in de gebouwde omgeving kan hierin uiteraard ook nog helpen.” Ammerlaan, Evers en Melchers plaatsen de kanttekening dat aardwarmtebronnen voor 4.000 tot 7.000 woningen van een andere schaal zijn, en complexer bovendien.

Hoogtepunt: geothermie in Delft

Dat brengt Ton Evers bij een van de hoogtepunten van het afgelopen jaar: het geothermieproject in Delft dat in 2023 is gestart door het aanleggen van de aardwarmtebronnen. “Hiervoor geldt zeker: zien is geloven.” Cruciaal in dit project is de integrale benadering die nodig is om het project te laten slagen. “Er zijn veel partijen bij betrokken, voornamelijk afnemers van warmte. Iedere partij heeft een rol binnen de gehele keten, daarbij passende drijfveren en een interne beslissingsstructuur. Met al deze factoren moet je tijdig rekening houden in de ontwikkeling van het project.” Wat Evers betreft is in dit project lef getoond: “We weten nog niet alles, dat kan ook niet, maar we gaan wel met vertrouwen aan de slag. Hierdoor staat er nu een succesvol project.”