Home Nieuws “Nu aandacht voor de energietransitie om leerlingen beter voor te bereiden op hun toekomst”

“Nu aandacht voor de energietransitie om leerlingen beter voor te bereiden op hun toekomst”

Achtergrond

De energietransitie heeft grote impact op de toekomst van jongeren. Daarmee verdient dit onderwerp een prominente rol in de onderwijsprogramma’s van scholen. Toch krijgt slechts 40% van de jongeren er les over, blijkt uit onderzoek van EBN. Docent aardrijkskunde Martin Bakker en docent economie Simone Enneking pleiten daarom voor meer aandacht voor de energietransitie in de klas.

Jongeren spelen een cruciale rol in de toekomst van de energietransitie. Zij moeten de transitie verder vormgeven en werken en leven met het resultaat. Daarom is het belangrijk dat scholen voldoende aandacht aan het onderwerp besteden. Maar uit onderzoek van EBN blijkt dat 60% van de jongeren geen lessen over de energietransitie krijgt.

Afbeelding van dubbele accent

De energietransitie heeft veel meer invloed op het leven van mijn leerlingen dan op dat van mij

Simone Enneking

Docent economie

Terwijl meer dan de helft van de jongeren het wel een belangrijk thema vindt. Docent aardrijkskunde Martin Bakker van het Haagse Segbroek College en docent economie Simone Enneking van het Comenius College in Hilversum zetten zich daarom in voor meer aandacht voor de energietransitie in het onderwijs. “De energietransitie heeft veel meer invloed op het leven van mijn leerlingen dan op dat van mij”, licht Simone toe. “Het is belangrijk dat docenten er veel aandacht aan besteden, zodat leerlingen zich goed op hun toekomst kunnen voorbereiden.”

Maar uit het onderzoek blijkt ook dat hier een flinke uitdaging ligt. Ruim vier van de tien jongeren weten niet eens wat de energietransitie is. En bijna net zo veel jongeren zeggen er wel van gehoord te hebben, maar niet te weten wat het onderwerp precies inhoudt. Simone ziet dit terug in haar klassen: “In de puberteit draait het natuurlijk erg om jezelf te leren kennen en minder om externe zaken. De meest gestelde vraag in de klas is: ‘Is dit belangrijk voor de toets?’ Nee, dat is het misschien niet altijd, maar het is wel degelijk belangrijk voor de rest van je leven.”

Jongeren vinden energietransitie belangrijk

Gelukkig is er ook goed nieuws. Want zoals gezegd: het grootste deel van de jongeren die wél weten wat de energietransitie is, vindt het een belangrijk of zelfs heel belangrijk thema. Docenten kunnen hun kennis verdiepen. Martin: “Voor jongeren is het essentieel dat de energietransitie gekoppeld is aan actuele thema’s. Dan raken zij meteen geïnteresseerd. En als ze meer over het onderwerp weten, stijgt hun motivatie. Dan volgen er kritische vragen, zoals ‘Waarom doen we dan zo weinig? En waarom duurt het allemaal zo lang?’”

Primeur: infographic voor jongeren

Om jongeren meer bij de energietransitie te betrekken, maakte EBN voor het eerst een variant van de infographic die speciaal gericht is op hen. Docenten kunnen hiermee de energietransitie bespreken in groep 8, het voortgezet onderwijs en het mbo. Daarnaast is de infographic een gespreksstarter voor discussies tussen bijvoorbeeld jongeren en hun ouders . De leerlingen van Simone en Martin waren betrokken bij de samenstelling van deze infographic. Martin: “Omdat de leerlingen zelf inspraak hadden, waren ze meteen geïnteresseerd. Het koste weinig moeite om duidelijk te krijgen wat er in de infographic moest. Ik kreeg niet eens de vraag of het voor een cijfer was.”

Afbeelding van dubbele accent

Ze zijn veel bewuster bezig dan ik had verwacht

Martin Bakker

Docent aardrijkskunde
Foto Martin Bakker

De infographic geeft jongeren praktische voorbeelden van wat ze zelf kunnen doen om minder uitstoot te produceren. Denk aan minder nieuwe spullen kopen, minder vliegen en minder vlees eten. Simone: “De infographic maakt de energietransitie praktisch voor leerlingen. Dat helpt om eraan bij te dragen en erover na te denken. Vaak willen ze niet meteen álles opgeven. Ze willen bijvoorbeeld wel op examenreis met het vliegtuig, maar dat dan compenseren op een ander vlak. Veel leerlingen bleken ook al tweedehands kleding te kopen. Dat noemen ze dan geen tweedehands maar vintage. Of ze dragen kleding van duurzame fabrikanten.” Martin: “Bij het maken van de infographic vroegen de leerlingen zich af: wat kan ik zelf doen? Ze zijn veel bewuster bezig dan ik had verwacht.”

Veel docenten willen de energietransitie behandelen

De twee docenten zijn het erover eens dat de energietransitie meer aan bod moet komen in het klaslokaal. Ook bijna twee derde van de in het onderzoek van EBN bevraagde docenten vindt dit. Waarom gebeurt het dan nog niet? Simone: “Docenten zijn geneigd zo’n ingewikkeld thema pas in de bovenbouw te behandelen. Maar dan moeten we de leerlingen klaarstomen voor het eindexamen. Het programma zit al propvol zonder het onderwerp energietransitie, docenten komen vaak tijd te kort om de examenstof goed behandelen. Je moet als docent dus echt zelf de energietransitie behandelen en andere lessen opofferen. Niet alle docenten willen of kunnen dat.”

Onderbrengen bij verschillende vakken

Voor Martin en Simone is het duidelijk: om deze puzzel op te lossen, moet de energietransitie worden opgenomen in het curriculum. Simone: “Als de energietransitie daar onderdeel van is, dan moeten docenten wel mee.” Maar waar past de energietransitie dan het best? Martin: “Het onderwerp zit nu een beetje bij aardrijkskunde en misschien een beetje bij natuurkunde, maar vaak slechts heel beperkt. Het wordt even aangestipt en dat is het dan. Je zou het onder de algemene paraplu van burgerschap kunnen doen, maar daar heeft het thema concurrentie van andere belangrijke thema’s. Het mooiste zou zijn als we energietransitie integraal opnemen bij verschillende vakken, en docenten hierin samenwerken.” Simone vult haar collega aan: “Als jongeren na de middelbare school de richting van mijn vak op willen, economie, hoop ik dat zij zich ervan bewust zijn dat ze met hun keuzes invloed hebben op de energietransitie. Als we er structureel aandacht aan besteden in het onderwijs, bereiden we leerlingen pas echt goed voor op de toekomst.”