Home Aardwarmte Onderzoek naar aardwarmte Onderzoek naar UDG Tijdslijn Programma UDG Geïnduceerde seismiciteit bij aardwarmtewinning uit het Dinantien
Home Aardwarmte Onderzoek naar aardwarmte Onderzoek naar UDG Tijdslijn Programma UDG Geïnduceerde seismiciteit bij aardwarmtewinning uit het Dinantien

Geïnduceerde seismiciteit bij aardwarmtewinning uit het Dinantien

Binnen het Ultra Diepe Geothermie (UDG) programma, gecoördineerd door EBN, heeft TNO een onderzoek uitgevoerd naar geïnduceerde seismiciteit (door menselijk handelen veroorzaakte seismiciteit) bij aardwarmtewinning uit de zogeheten Dinantien kalksteenlaag, die veelal dieper dan 4 kilometer ligt.

In de studie is onder meer gekeken naar factoren die mogelijk een rol kunnen spelen in het veroorzaken van seismiciteit. Het onderzoek concludeert dat de kans op geïnduceerde seismiciteit die door mensen gevoeld kan worden zeer waarschijnlijk beperkt zal blijven tot enkele projecten in gebieden met een specifieke combinatie van verschillende lokale factoren, zoals reeds aanwezige natuurlijke seismiciteit.

In het onderzoek worden verder verschillende methodes vergeleken voor het voorspellen van de kans op en voor het analyseren van het optreden van geïnduceerde seismiciteit. Dit is verder aangevuld met een studie naar het verbeteren van de monitoring van natuurlijke en geïnduceerde seismiciteit in Nederland. Tenslotte zijn enkele bestaande geothermie projecten in West-Europa met aardwarmte winning uit (deels) vergelijkbare kalksteenlagen onderzocht met betrekking tot opgetreden geïnduceerde seismiciteit.

Het onderzoek concludeert dat de kans op geïnduceerde seismiciteit die door mensen gevoeld kan worden laag tot gemiddeld is (in de gebruikte classificatie van het seismisch potentieel op basis van verschillende criteria, zie hiervoor Buijze et al. (2019), sectie 1.4, pagina 17) voor projecten die warmte winnen of gaan winnen uit de Dinantien kalksteenlaag. Het betekent voor de huidige type doublet systemen in Nederland dat voelbare seismiciteit zeer waarschijnlijk beperkt zal blijven tot enkele locaties waar de specifieke combinatie van verschillende lokale factoren het optreden van voelbare seismiciteit bevordert, zoals reeds aanwezige seismiciteit en de nabijheid van grote breukzones die grote geologische structuren begrenzen. Voor specifieke geothermieprojecten gericht op deze diepere aardlaag  dient echter een locatie-specifieke risicoanalyse uitgevoerd te worden om de kans op geïnduceerde seismiciteit vast te stellen. Het rapport levert belangrijke input voor een lopende verfijning van de methodiek voor zo’n risicoanalyse. Verder draagt het rapport bij aan de noodzakelijke vergaring van extra ondergrondgegevens voor die risicoanalyse. Ook draagt het bij aan verder onderzoek naar verbeteringen van monitoringsnetwerken en het gebruik van de data van dit soort netwerken voor geothermieprojecten.

In het UDG programma worden de mogelijkheden bestudeerd van Ultra Diepe Geothermie en wat aardwarmtewinning betreft uit de Dinantien kalksteenlaag en waar deze zich dieper bevindt dan 4 km. Dit programma betreft een gezamenlijke project van EBN, TNO en vijf zgn. UDG consortia met financiële ondersteuning van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Het rapport en ook de daarbij horende kunnen worden gedownload via NLOG.