Internationale samenwerking op de Noordzee
Op 2 september 2024 was Mechthild Wörsdörfer, plaatsvervangend directeur generaal van de Europese Commissie voor Energie, genodigde bij een ceremonie op de Rotterdams Maasvlakte. Hier werd de aanleg van het Porthos-tracé gevierd samen met andere hoogwaardigheidsbekleders en direct betrokkenen. Porthos legt, als eerste CO2-transport en -opslagproject van deze omvang dat in de EU wordt gerealiseerd, daarmee het fundament voor toekomstige Europese CCS-projecten. Daarin speelt de Noordzee een belangrijke rol.
Welke kansen en belemmeringen ziet de Europese Commissie voor verdere marktontwikkeling van CCS in Europa?
“De Commissie is van mening dat er zeker een goed momentum is om de inzet van industriële koolstof technlogie in Europa verder te stuwen. Deze oplossingen maken deel uit van onze strijd tegen klimaatverandering, naast de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie.
Eerder dit jaar presenteerde de Commissie een aanbeveling voor een EU-klimaatdoelstelling voor 2040, waarin duidelijk wordt gesteld dat industrial carbon management oplossingen nodig zijn om de klimaatambities van de EU voor 2050 te bereiken. We publiceerden tegelijkertijd ook de Industrial Carbon Management Strategy, waarin een uitgebreid kader van te nemen maatregelen wordt uiteengezet om een interne markt voor CO2 tot stand te brengen. En in juni 2024 namen we de Net Zero Industry Act (NZIA) aan, waarin een juridisch bindende doelstelling wordt vastgelegd om tegen 2030 ten minste 50 miljoen ton CO2-opslagcapaciteit per jaar beschikbaar te stellen.
Recente mijlpalen, zoals de start van de bouw van het Porthos CO2-transport en -opslagproject, zijn een signaal van vooruitgang. Tot op heden is het aantal operationele grootschalige projecten in Europa echter beperkt. Er zijn een aantal uitdagingen die moeten worden aangepakt, zoals de noodzaak van een solide businesscase, het ontbreken van een alomvattend regelgevingskader, het waarborgen van de veiligheid van de installaties én van de injectie in opslagfaciliteiten offshore of onshore, en onvoldoende coördinatie en planning.
Met de huidige kosten van de betrokken technologieën zijn nationale subsidies of Europese subsidies via de Connecting Europe Facility (voor infrastructuur) en het Innovation Fund (voor afvang) noodzakelijk om de businesscase rond te krijgen. Daarom ondersteunt de Europese Commissie een aantal van deze projecten financieel, om ervoor te zorgen dat de markt zich goed kan ontwikkelen. Het Porthos-project en de industrieën die de CO2 gaan afvangen hebben een bijdrage ontvangen van zowel de Connecting Europe Facility als het Innovation Fund.”
Wat is er nodig om de CCS-markt verder te ontwikkelen?
“Industrial carbon management is nog steeds een opkomende markt en unieke projecten op industriële schaal zijn kostbaar. De prikkel voor koolstofprijzen zal naar verwachting toenemen als gevolg van de laatste EU hervorming van het ETS (Emissions Trading System), maar om de markt op gang te brengen en investeringen minder risicovol te maken, is publieke financiële steun nodig. Bovendien vormt het ontbreken van een regelgevingskader voor CO2-transport op EU-niveau een aanzienlijke uitdaging. Het opstellen van een robuust Europees regelgevingspakket voor CO2-transport en -opslag dat zorgt voor een non-discriminerend, open toegang en een multimodaal CO2-netwerk is essentieel om risico’s te verminderen en kosten voor projectontwikkelaars te verlagen.
Ik noemde hierboven de Industrial Carbon Management Strategy die de Commissie in februari 2024 heeft aangenomen. Daarin wordt een reeks acties genoemd om deze technologieën op te schalen. Maar het is aan de volgende Commissie om de implicaties voor regelgeving aan te pakken. Dit is in lijn met de brief van voorzitter von der Leyen aan de kandidaat-commissaris voor Energy and Housing. Hierin wordt opgeroepen tot voorstellen om de opname van CO2-afvang, -gebruik en -opslag te stimuleren en te vergroten.
Een meerderheid van de lidstaten steunt de inzet van CO2-opslagcapaciteiten. Twintig lidstaten hebben al industriële koolstofbeheeroplossingen opgenomen in hun ontwerp Nationale Energie- en Klimaatplannen (NECPS). Bovendien zijn veel lidstaten begonnen met het doorvertalen van de Industrial Carbon Management naar binnenlands beleid, zoals Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Sommige hebben ook subsidieregelingen geïntroduceerd voor koolstofafvang en -opslag, waaronder Denemarken en Nederland.”
Bovendien stelt de NZIA al doelen voor CO2-opslag tegen 2030. Deze wet is onlangs door zowel het Parlement als de Raad aangenomen, wat betekent dat de opslagdoelen door een ruime meerderheid van de lidstaten worden gesteund.
De samenwerking zal moeten worden verdiept, vooral gezien de vele concurrerende claims over het gebruik van de Noordzeewateren.
Mechthild Wörsdörfer
Plaatsvervangend directeur generaal van de Europese Commissie voor EnergieHoe zouden de verschillende Noordzeelanden beter kunnen of moeten samenwerken?
“De Commissie is van mening dat de samenwerking tussen lidstaten en andere landen rond de Noordzee al behoorlijk goed ontwikkeld is. Er zijn een aantal voorbeelden: de North Seas Energy Cooperation op het gebied van hernieuwbare energiebronnen, de North Sea Basin Task Force die het strategische regionale plan voor CCS-transportinfrastructuur heeft aangenomen en het framework van de Northern Seas Offshore Grids. De samenwerking zal moeten worden verdiept, vooral gezien de vele concurrerende claims over het gebruik van de Noordzeewateren. De Commissie heeft veel van deze samenwerkingsfora geïnitieerd en zal dat in de toekomst blijven doen.
Op dezelfde Noordzee wordt tegelijkertijd gewerkt aan een voedsel-, scheepvaart- en natuurtransitie. Het is het soevereine recht van de lidstaten om te beslissen over hun ruimtelijke planning, en de Commissie zal zich daar niet mee bemoeien. Wel wijzen diverse studies erop dat er ontwikkelingsruimte is voor zowel hernieuwbare energie, windparken als opslaglocaties voor CO2.”