Home Warmtenetten

Warmtenetten

Ruim veertig procent van de energievraag komt voort uit onze behoefte aan warmte. Voor de Nederlandse warmte-opwek wordt veel gebruik gemaakt van buitenlands aardgas. Met warmtenetten en lokale bronnen als aardwarmte wordt Nederland voor haar warmte minder afhankelijk van het buitenland. Ook dragen warmtenetten fors bij aan het halen van de klimaatdoelen voor 2050.

Onder de nieuwe Wet collectieve warmte kunnen gemeenten en provincies vanaf 1 januari 2026 warmtebedrijven met een publiek meerderheidsbelang opzetten. EBN is namens de Staat de beoogde partij om als Nationale Deelneming Warmte (NDW) hierbij ondersteuning te geven.

De ontwikkeling van collectieve warmtenetten voor bestaande bouw staat stil. Ook in de nieuwbouw groeit het aantal aansluitingen beperkt. Uitdagingen van warmtenetten zijn op dit moment de financierbaarheid, betaalbaarheid voor de klant en een negatief imago van collectieve warmtenetten. Het doel om in 2030 500.000 en in 2050 2,6 miljoen huishoudens nieuw aan te sluiten op een collectief warmtenet in de bestaande bouw raakt daardoor uit het zicht.

  • Publieke warmtenetten

    Om de inzet van collectieve warmtenetten te versnellen, behandelt de Tweede Kamer in het voorjaar van 2025 het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw). Deze wet, in combinatie met bijpassende maatregelen, brengt collectieve warmtenetten in meerderheid in publieke handen. Daarnaast moet de wet leiden tot een beter tarieftoezicht, verdere verduurzaming van warmtebronnen en maakt het een Nationale Deelneming Warmte mogelijk. Door warmtenetten naar verwachting opnieuw in publieke handen te brengen, kan ook een begin worden gemaakt met het herstel van het vertrouwen van bewoners, gemeenten en woningcorporaties in de warmtebedrijven. De verwachting is dat warmtebedrijven die in publieke handen komen weer warmtenetten gaan aanleggen, ook op plekken waar dat op dit moment voor private partijen niet aantrekkelijk is.

  • Nationale Deelneming Warmte

    EBN is de beoogd Nationale Deelneming Warmte. Op verzoek van de Minister van Klimaat en Groene Groei bereidt EBN zich sinds 2024 voor op de rol als Nationale Deelneming Warmte. Als Nationale Deelneming Warmte wordt EBN per 1 januari 2026 de publieke mede-investeerder in regionale warmtebedrijven en in lokale bedrijven die hier naartoe groeien. De lokale regie op de warmtetransitie blijft daarbij bij de gemeenten. Via de Nationale Deelneming Warmte ontstaan allerlei voordelen voor de publieke warmtebedrijven op het gebied van financiering, planning, ontwikkeling en inkoop. Dit moet zich vertalen in lagere kosten. Uiteindelijk komen deze lagere kosten ten goede aan de eindgebruiker die is aangesloten op een warmtenet, want minder kosten betekent een lagere warmteprijs.

  • Uitgangspunten van de Nationale Deelneming Warmte

    Bij het uitwerken van haar beoogde rol als Nationale Deelneming Warmte werkt EBN vanuit de volgende uitgangspunten:

    1. Betaalbare warmte, gezonde bedrijfsvoering – De Nationale Deelneming Warmte stuurt niet aan op snelle winsten of hoge rendementen. We staan voor een gezonde bedrijfsvoering waarbij publieke warmtebedrijven op de lange termijn renderen en de kosten voor de eindgebruiker aangesloten op het warmtenet zo laag mogelijk zijn.

    2. Financiering – De Nationale Deelneming Warmte neemt een aanzienlijk deel van de financiering van het eigen vermogen van publieke warmtebedrijven waarin zij deelneemt voor haar rekening. Deelname van de Nationale Deelneming Warmte maakt ook het aantrekken van vreemd vermogen makkelijker.

    3. Schaalgrootte – De Nationale Deelneming Warmte stuurt op 'groot denken', het liefst op het niveau van regionale warmtebedrijven. Dit doen we samen met publieke partners als gemeenten, provincies en de netwerkbedrijven. Lokale/gemeentelijke initiatieven kunnen daarbij uitgroeien tot gewenste schaalgrootte.

    4. Standaardisering – De Nationale Deelneming Warmte wordt publiek aandeelhouder in een portfolio van (regionale) warmtebedrijven. Binnen dat portfolio wordt aangestuurd op standaardisering. Schaarse capaciteit (met name arbeid en geld) wordt zo optimaal benut in de warmtetransitie.

    5. Kennisdeling – De Nationale Deelneming Warmte haalt en deelt als kennismakelaar kennis en kunde op in de gehele warmtesector en met het onze aandeelhouder het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, beleidsmakers en andere betrokken organisaties als de ACM en NPLW.

    6. Lokale bronnen – De Nationale Deelneming Warmte wil tevens bijdragen aan de versnelde inzet van lokale, duurzame bronnen (zoals aardwarmte) om daarmee de bestaande afhankelijkheid van buitenlands aardgas te reduceren.

  • Contact


EBN heeft op dit moment met een aantal regio’s intentieverklaringen getekend voor een verkenning naar de oprichting van publieke warmtebedrijven. Naast deze intentieovereenkomsten lopen er ook gesprekken met een aantal andere gemeenten en provincies om aanvullende verkenningen op te starten. Wij komen graag in contact met overige gemeenten en provincies die ook, na het van kracht worden van de Wet collectieve warmte, met behulp van de Nationale Deelneming Warmte publieke warmtebedrijven vorm willen geven. Meer weten? Neem contact met ons op via het expert-formulier onderaan deze pagina.

De afbeelding toont een kaart van Nederland. Hierop zijn aangegeven de zes regio's waar EBN met publiek partijen de oprichting van een publiek warmtebedrijf onderzoekt. De gemarkeerde regio's zijn: Regio Utrecht, samenwerking met Provincie Utrecht + NetVerder, Regio Amsterdam, samenwerking met Gemeente Amsterdam + Alliander Regio Drenthe-Overijssel, samenwerking Provincies Overijssel & Drenthe + Enexis Groep, Cogas, Rendo NV Leidse Regio, samenwerking met Gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude + Alliander Regio Zuid-Limburg, samenwerking met Provincie Limburg + Gemeenten Beek, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Meersen, Maastricht, Sittard-Geleen,Stein + Enexis Groep Regio Brabant, samenwerking met Provincie Noord-Brabant + Enexis Groep

In zes regio’s werken gemeenten, provincies, netwerkbedrijven en EBN aan het ontwikkelen van warmtebedrijven die in meerderheid in publieke handen zijn. Naast de getoonde initiatieven zijn er op tal van andere plaatsen vergelijkbare ontwikkelingen.

Vraag hetonze expert

EBN versterkt en versnelt de warmtetransitie in Nederland. Heb jij een vraag of wil je samenwerken, neem dan contact op met ons warmtenetten-team.

Stel jouw vraag