Natuurvriendelijk bouwen op de Noordzee: eerste inzichten en hoe verder?
Op woensdag 8 oktober organiseerde EBN voor de tweede keer een bijeenkomst voor het netwerk Vrouwen voor de Noordzee van het Noordzeeoverleg (NZO), op haar kantoor. Dit netwerk is geïnitieerd door Sybilla Dekker, voorzitter van het NZO, en heeft als doel vrouwen met elkaar in contact te brengen, te inspireren en het makkelijker te maken elkaar te vinden in het werkveld.
Deze bijeenkomst stond in het teken van het toepassen van het afwegingskader Natuurvriendelijk bouwen op de Noordzee. Dit document werd in 2023 gepubliceerd door het NZO. EBN zag hierin een kans om de eerste ervaringen vanuit de mijnbouwsector te verzamelen en deze inzichten te delen met andere sectoren, met het oog op samenwerking en kennisdeling.
Zowel Sybilla Dekker als Nicolien Vrisou van Eck, Business Unit Directeur Gastransitie bij EBN, benadrukte het belang van een goede balans tussen de drie transities op de Noordzee: energie, natuur en voedsel – zeker in de huidige internationale context. Daarbij riepen ze op tot intensievere samenwerking tussen sectoren en overheid om kennis te delen over natuurvriendelijk bouwen en om deze transities te versnellen.
Anne-Mette Jørgensen, directeur van Eco-Effective Strategies, liet zien dat olie- en gasplatforms op de Noordzee tijdens hun productieperiode vaak onverwachte ecologische waarde ontwikkelen. Waar vooral negatieve effecten werden verwacht, zoals bodemverstoring bij installatie en ontmanteling, geluids- en lichtoverlast tijdens operaties, blijken er ook positieve ecologische effecten te zijn. Zo bieden de jackets (de stalen poten van platforms) en steenbestorting hard substraat waarop rifminnende soorten zoals mosselen, zeeanemonen, koraal en diverse vissen zich kunnen vestigen. De funderingen en steenstortingen kunnen ook fungeren als ‘stepping stones‘ voor larvae, en de 500-meter veiligheidszone rondom platforms creëert rust op de zeebodem en biedt foerageergebied voor vissen en zeezoogdieren zoals bruinvissen. Kortom: mijnbouwplatforms kúnnen dus bijdragen aan natuurversterking en natuurherstel.
Tegelijkertijd is er nog veel onbekend op de impact van deze platforms op de natuur. Er ontwikkelt zich niet altijd waardevolle natuur op de platforms en (invasieve) exoten kunnen in sommige gevallen de ‘stepping stones’ gebruiken om zich te verspreiden. Vooruitkijkend is er nog veel onbekend over de langetermijneffecten van deze infrastructuur op de natuur; denk aan de stabiliteit van de ecologische waarde na 30 jaar (de gemiddelde levensduur van een platform), de bijdrage van het lokale ecosysteem aan het bredere Noordzee-ecosysteem en het effect van ontmanteling op het lokale en bredere ecosysteem.
Ontmanteling speelt al jaren een steeds belangrijkere rol in de olie- en gassector. Volgens het OSPAR-verdrag moeten alle platforms op de Noordzee volledig worden ontmanteld, met uitzondering van de Gravity Based platforms (1 op de Nederlandse Noordzee) en jackets met een gewicht van meer dan 10.000 ton, die alleen in de noordelijke delen van de Noordzee staan. Bij de besluitvorming wordt momenteel geen rekening gehouden met de ecologische waarden die tijdens de levensduur van de platforms erop zijn ontstaan. De deelnemers van deze bijeenkomst zagen dit als een gemiste kans voor het behoud en herstel van mariene biodiversiteit.
De toenemende aandacht voor natuurvriendelijk ontwerp in mijnbouwprojecten werd duidelijk tijdens de twee workshops georganiseerd door ONE-Dyas en het CCS-initiatief Aramis. De deelnemers zijn meegenomen in de ervaringen van mijnbouworganisaties met het toepassen van het afwegingskader bij respectievelijk de bouw van gasplatform N05-A en de voorbereidingen voor de aanleg van de pijpleiding en platforms van het Aramis initiatief. Knelpunten, kansen en verbetervoorstellen kwamen daarbij ter tafel:
- Het aanpassen van het Nederlandse vergunningsproces voor mijnbouw, zodat natuurversterkend bouwen niet langer hoeft te leiden tot complexere en langdurigere vergunningstrajecten. Binnen het Noordzeeoverleg wordt gekeken hoe dit onderwerp structureel kan worden opgepakt.
- Het mogelijk maken van compenserende maatregelen op kansrijke locaties, wanneer mijnbouwinfrastructuur wordt gerealiseerd op een plek met een lage ecologische waarde.
- Het uitbreiden van het Noordzeeakkoord met bepalingen over gedeeltelijke ontmanteling van mijnbouwinfrastructuur en windparken, met inachtneming van hun ecologische waarde voor natuurherstel.







