Home Nieuws Aardwarmte komt dichterbij

Aardwarmte komt dichterbij

Foto van de dialoogtafel over aardwarmte
Achtergrond

Een dialoogtafel over veiligheid en draagvlak voor aardwarmte in Nederland

De aardwarmtesector werkt aan een programma voor het versnellen van de ontwikkeling van aardwarmte in Nederland. Die beoogde versnelling houdt in dat het aantal aardwarmtelocaties fors gaat groeien en uitbreidt van glastuinbouwgebieden naar de gebouwde omgeving. Aardwarmte komt daarmee letterlijk dichterbij. Dichterbij andere gebruikers van de ondergrond en dichterbij gebruikers van de bovengrond. Bij al die stakeholders moet draagvlak verkregen worden. Naast betaalbaarheid zijn risico’s en veiligheid daarin belangrijk thema’s.

Alle spelers om de tafel

EBN (Energie Beheer Nederland) en DAGO (Dutch Association of Geothermal Operators) organiseerden een dialoogtafel over de veilige winning van aardwarmte en factoren die van invloed zijn op het draagvlak voor aardwarmte. Aan tafel zitten: Rob Eijsink van de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin), Robert Mout van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), Marc van Someren aardwarmtespecialist bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Jos Mol van de gemeente Enschede en deelnemer namens Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Robert van der Lande van Stichting Platform Geothermie (SPG), Radboud Vorage (DAGO) en Jorien Schaaf van Energie Beheer Nederland (EBN).

Publieke opinie over aardwarmte

Op dit moment zijn er 20 aardwarmtewinningen actief in Nederland. Van deze projecten moeten de winningsbesluiten, nog geformaliseerd worden. “Bij de vergunningverleningen worden informatiemarkten voor omwonenden georganiseerd en kunnen belanghebbenden formele zienswijzen indienen”, vertelt Marc van Someren (EZK). “Bij nieuwe initiatieven en nieuwe vergunningaanvragen moet de sector zich pro actiever opstellen”, reageert Robert Mout (SodM). “Daar hoort ook bij: Weten hoe de omgeving in elkaar zit en weten wat voor iedereen belangrijk is. De publieke opinie over aardwarmte lijkt nu vrij neutraal maar ik verwacht dat rondom de winningsbesluiten het publieke debat zal gaan spelen.”

Directe omgeving aardwarmtebron profiteert

“De huidige praktijk in de sector is dat de omgeving nauw betrokken is en positief staat tegenover aardwarmte. En dat is logisch”, zegt Radboud Vorage (DAGO): “Bijna alle huidige projecten zijn initiatieven van omwonenden zelf, bijvoorbeeld de tuinders. De initiatiefnemers en de nabijgelegen bewoners en bedrijven zijn ook de begunstigden van de warmtebron. Bijzonder van aardwarmte is dat het binnen drie tot vijf kilometer afgezet moet worden. Dit betekent dat de directe omgeving van de aardwarmtebron er ook altijd direct van profiteert.” “Maar, nu we in de gebouwde omgeving komen, krijgen we te maken met veel meer mensen die direct betrokken zijn en die zullen allemaal verschillende vragen en meningen hebben”, reageert Robert van der Lande (SPG).

Onbekendheid aardwarmte

“Men ziet nu nog niet veel van aardwarmte. Niemand heeft er last van. Anders wordt het wanneer in bepaalde wijken warmteleidingen worden aangelegd. Het sentiment kan zo omslaan als de straat open ligt of als er een veiligheidsissue ontstaat”, zegt Jorien Schaaf (EBN). Jos Mol (gemeente Enschede/VNG) ziet dat aardwarmte in veel Regionale Energiestrategieën een plek krijgt maar denkt dat de keuze soms meer gebaseerd is op emotie dan op ratio. “Dit heeft te maken met onbekendheid van aardwarmte. Mensen kijken naar de ondergrond omdat ze de omgevingseffecten van zon en wind niet willen zien. Men is echter te weinig bekend met de kansen en eventuele risico’s van aardwarmte. Dit moet bespreekbaar worden gemaakt.” Robert Mout (SodM) bevestigt dit beeld op basis van zijn ervaring met informatiebijeenkomsten voor gemeenten en provincies: “Dezelfde vragen kwamen elke keer terug: ‘Wat is aardwarmte?’ ‘Vertel mij wat de risico’s zijn.’ We staan aan het begin van de ronde om dit te laten zien. Daarna komt de keuze die elke regio moet maken.“ “In dit kader werkt het ministerie aan een versnellingstraject waarin alle stakeholders van de warmtevraag en het warmteaanbod worden betrokken”, vertelt Marc van Someren (EZK).

Normen en maatregelen risico’s

Door de sector, de overheid en in samenspraak met andere gebruikers van de ondergrond zoals de drinkwatersector, wordt gewerkt aan het opstellen van industriestandaarden en normen en maatregelen voor het beperken van mogelijke veiligheidsrisico’s van aardwarmte. Het Ministerie van EZK presenteert eind dit jaar het risicobeleid voor de energietransitie waarin ook aardwarmte wordt behandeld. Daarnaast werkt EZK aan verbetering van tools waarmee verschillende risico’s van aardwarmtewinning kunnen worden bepaald. SodM publiceert in 2021 een update over de aanbevelingen van de Staat van de Sector Geothermie: Wat heeft de sector met de aanbevelingen gedaan? In hoeverre is de sector geprofessionaliseerd? DAGO werkt met EBN aan een leidraad putontwerp die voor de sector de norm vastlegt voor het ontwerp van integere aardwarmteputten.

Drinkwater en aardwarmte naast elkaar en gescheiden van elkaar

“Wij staan voor het beschermen van drinkwaterbronnen en krijgen te maken met meer activiteiten in de ondergrond”, zegt Rob Eijsink (Vewin). “Aardwarmte is daarin een belangrijke speler. Ik denk dat we drinkwater en aardwarmte naast elkaar en gescheiden van elkaar moeten en kunnen realiseren. Het belang van beide maatschappelijke opgaven, van de energietransitie en van ons drinkwater, moet het vertrekpunt zijn in het gesprek daarover.” Robert van der Lande (SPG) vult aan: “Het winnen van drinkwater en het winnen van aardwarmte is wettelijk ruimtelijk goed van elkaar gescheiden: In waterwingebieden mag je geen aardwarmte winnen. Maar daarnaast zijn veel landelijke gebieden aangewezen als ‘strategische reserve voor waterwinning’. Daar wordt alleen in uitzonderlijke situaties drinkwater gewonnen. Waar die landelijke gebieden dichtbij woonwijken liggen wil je op termijn wel toestemming krijgen voor winning van aardwarmte. Uiteraard op voorwaarde van beheersing van eventuele risico’s.”

Risico’s beheersen

Robert Mout (SodM) benadrukt dat het ook voor de omgeving duidelijk moet zijn wat de veiligheidsnormen en mogelijke risico’s zijn en welke maatregelen worden genomen. Hij noemt als mogelijk risico lekkage van een aardwarmteput, maar in de productiefase is de integriteit van de put volgens hem zeker beheersbaar. “Meten en weten wat er gebeurt, is daarbij van belang.” Radboud Vorage (DAGO) vult aan: “Bij alle aardwarmteputten wordt regelmatig de dikte van de wand van de boorput gemeten. Als de wanddikte te klein wordt, voeren we herstelwerkzaamheden uit. Op basis van de kennis die we daarbij opdoen ontwikkelen we innovaties ten behoeve van nieuwe putontwerpen.” Jorien Schaaf (EBN) onderschrijft eveneens het belang van een goede risico-inventarisatie en het beheersen van de risico’s en vertelt hoe de leidraad putontwerp daar aan bijdraagt: “Bij nieuwe putten wordt met de leidraad putontwerp per situatie bekeken of deze een-, twee- of misschien zelfs wel driewandig moeten zijn om het risico te beheersen. Als je de feiten op een rij zet kunnen we het risico op lekkage beheersen.” Marc van Someren (EZK) reageert: “Feit is dat er bij aardwarmtewinning tot op heden geen negatief effect op het grondwater is waargenomen.”

Radboud Vorage (DAGO) besluit: “We hebben jarenlang als land genoten van aardgas, maar we moeten nu aan een nieuwe duurzame warmte infrastructuur gaan werken die veilig en betaalbaar is. Aardwarmte kan in een belangrijk deel van die duurzame behoefte voorzien.”